Hij had, in al die oude foto’s, met zijn eeuwige gitaar gemakkelijk op de hoes van een LP kunnen staan. Zijn looks: de donkere krullen, zijn lange slanke lijf, zijn spottende mond en slaapkamerogen lieten hem niet onder doen voor grote muzikale helden als Presley, of filmsterren als James Dean. Hoe zijn gitaarspel klonk is onzeker want, hoewel hij speelde in The Rythm Kings, deze belandde niet op vinyl. In feite heeft hij die gitaar vanaf ergens in de twintig nooit meer vastgehouden, zijn dochter heeft hem nooit horen spelen erop. Misschien ging dat toen zo. Je wordt volwassen, en er zijn belangrijker zaken om je mee bezig te houden. Exit gitaarspelen, boten bouwen, en zeilen en al die andere aardse geneugten, die ik van hem alleen maar ken van die oude foto’s. Natuurlijk, hij werd verliefd, niet zo maar verliefd, maar heel erg verliefd, op mijn moeder. Een liefde die hij betuigde in lange brieven, na zijn dood tot mij gekomen, wanneer ze door zijn werk een poosje niet samen konden zijn, of wanneer hij zichzelf weer teveel was buiten gegaan aan de drank en haar avond had verpest.
En ondertussen werkte hij. In het bedrijf van zijn vader, wat later ook een beetje van hem werd. En van zijn andere broer. Een oudere broer kan soms intimiderend zijn. Zeker wanneer deze gezegend is met charisma en bovenmatige intelligentie.
En het was hard werken, want zeker in het begin toen hij nog jong was, werd er gebuffeld. Mee kolen hakken, mee sjouwen in de bouwhandel. En ondertussen zorgen dat zijn haar goed zat, want tot op hoge leeftijd was de kam in zijn borstzak die hij regelmatig tevoorschijn haalde om alles glad te strijken, zijn trouwe metgezel. IJdelheid mag in de volksmond net als ledigheid ‘des duivels oorkussen’ zijn, zijn dochter hield ervan. Dat haar vader altijd en overal in keurig smetteloos wit overhemd, losjes open geknoopt over een superbruin gebrande borst, wanneer hij ergens arriveerde, toch even die kam door zijn toen al grijze krullen haalde, en stond, daar, als een man van de wereld, een verschijning waar je trots op kon zijn.
Het was zo jammer dat hij toen al lang niet meer trots was op zichzelf. Dat hij het zinkende schip, de droom, het familiebedrijf, de toekomst had moeten loslaten en met niets was achtergebleven. En dat hij zich daarin liet leiden in het leven dat hem was overgebleven en niet meer wist hoe zijn dagen moest doorkomen. Je zag het niet aan hem, zijn rug nog steeds kaarsrecht, zijn verschijning nog altijd goed verzorgd. Maar er waren momenten dat hij zijn rouw niet kon binnen houden. En dat zijn kinderen erdoor geraakt werden, en de sfeer in huis er niet beter op werd. Maar toch altijd weer maakten ze het niet erger dan het was. Omdat ze het ook, al wisten ze niet alles, begrepen. Zo’n enorme pijn, die kwam ergens vandaan.
Want werkelijk, de man trok het slechtste lot van alle anderen betrokken in het dramatische familie-epos. Hij was de enige wiens eerstgeborene gehandicapt werd geboren, met alle zorgen, zeker ook om de jongen want hij hield van hem, en financiële consequenties van dien, waarvan zijn eigen vader alleen maar heeft onthouden hoe duur en onhandig het was dat hij na zijn geboorte maandenlang elke dag op en neer ging naar het ziekenhuis waar zijn zoon in de couveuse probeerde te overleven. Hij was de enige die kort na alle drama’s toen iedereen alweer verder leefde, zijn vrouw verloor, veel te jong, en alleen achterbleef met drie kinderen. Hij was de enige die tegen het eind van zijn leven, ook nog zijn kleinzoon verloor, zijn stamhouder en echte Vogel. Hij was de enige die voortleefde met de wetenschap dat hij ooit een andere keuze had kunnen maken, een keuze voor een leven zonder zorgen, maar dat niet deed omdat hij geen ‘broederverrader’ was. Waarna hij door diezelfde ‘broeder’, die wellicht alles nog had kunnen redden, nog meer verraden werd. Daar leefde hij mee. En de verbittering nam positie in.
Toch zette hij die hoogstpersoonlijk weer opzij. Op het moment dat zijn vrouw ziek werd, en hij twee jaar alles deed om haar dan wel te redden, dan wel zo comfortabel mogelijk te houden. Alles deed hij voor haar, twee jaar lang. Tot ze toch nog stierf.
Je zou denken dat het karma dan wel is afbetaald. Maar nee. Hij gleed nog verder terug in het duister. Gerechtigheid? Misschien vele jaren later. Toen hij eindelijk vrede had gevonden in het grote huis van zijn zoon, waar hij een dagtaak maakte van het werken in de tuin, en aan het huis. Waar hij zijn krantje las, waar hij in de zon zat. genoot van zijn kleinkinderen. En waar hij eindelijk wat rust had. Zozeer dat toen hij wist dat het fout zat in zijn lichaam, hij het negeerde, het ziekenhuis vermeed als plek waar hij niet meer uit zou terugkeren. En hij had gelijk. Doktersfoutje bij de operatie. Wat is karma mensen ..…
Wat prachtig geschreven; met eerbiedige en liefdevolle woorden met de rauwe werkelijkheid van het leven…
Lief Marika, dank je wel!
Hey, je bent weer begonnen met schrijven, leuk Nelleke!
Af en toe tussendoor als ik tijd heb Merel, heerlijk om te doen, en lief dat je het volgt!