Functionele storytelling

Functionele storytelling rust op drie pijlers; vinden, vertellen en verspreiden. Bij het vinden staat één simpele vraag centraal: Waarom?

Waarom doe je wat je doet? Waarom zou de klant bij jou kopen? Uit het antwoord op die vraag kan de rest van het verhaal zich ontspinnen en kun je zogenaamde thema van je verhaal vinden. De kapstok waar je alle content aan hangt, aan kleine en grote haakjes. Het is de rode draad die het verhaal altijd en overal herkenbaar zal maken, wat zowel in je externe als je interne communicatie terug zal komen.

Het thema kan zijn oorsprong vinden in drie verschillende oogpunten.

  • Corporate story;

Het bedrijf zelf, de geschiedenis, de dromen van de oprichter, de waarden van het bedrijf, of het product zelf; oftewel de ‘corporate story’. Het verhaal moet een emotie opwekken bij de consument over het bedrijf. (Lego, Friesland Campina, Honda, Tony Chocolonely)

Nu komen we op de meeste websites al wel iets van het bedrijfsverhaal tegen onder het kopje Over ons. Maar een snelle scan leert dat de meesten niet verder komen dan ‘opgericht in’, ‘hoofdkantoor in’, ‘producent van’, ‘aantal medewerkers zoveel’…. Soms wordt er een missie en een visie aan gekoppeld die zowel globaal als nietszeggend zijn.

Elk bedrijf heeft een verhaal. Of je nu Walt Disney bent, of een boekhoudbureau. En nee, je hebt er geen fantasie voor nodig, integendeel, we willen het graag waarachtig houden anders werkt een verhaal averechts. Wat je nodig hebt is heel simpel nieuwsgierigheid. Het alles willen weten. Via de directie, via de medewerkers, via de klanten, zelfs in het archief etc. Je bent historicus en journalist tegelijk, op zoek naar de verborgen schat tot in alle uithoeken. Je hebt vragen over de oprichter, wellicht de tijd waarin die leefde, waar hij/zij voor stond, wat het doel was, of had hij zelfs een droom, het eerste product of dienst, het eerste pand, de locatie, ging het ergens een keer fout, hoe kwam hij er uit, hoe verliep de groei, wat is er aangepast, zijn er vaste blije klanten, misschien al van het eerste uur, zijn er leuke anekdotes, hoe staan de medewerkers in het bedrijf of waar komen ze hun bed voor uit, ….de input kan, zoals hier ook opgeschreven, eindeloos zijn. En zo komen er uit alle eerste vragen nog eens duizend tevoorschijn waar met de antwoorden praktisch altijd een geweldige rode draad ontstaat die zal dienen als het grote Thema.

Mooi voorbeeld van de toepassing van de corporate story biedt het verhaal van Lego. In een geweldige animatiefilm is de grondlegger en de geschiedenis van dit bedrijf tot leven gekomen en laat het bedrijf vanzelf een warme stempel achter in je herinnering.

 ‘We’re not selling bricks, we’re selling imagination; Lars Silberbauer. Lego

  • Customer story:

De consument. Deze staat centraal in het verhaal met een duidelijke link naar je product. De consument is uitgangspunt, is held, is drager van het verhaal dan wel als getuige, pleitbezorger, onderwerp. Dat kan variëren van het aan het woord laten of tonen van blije klanten met een persoonlijke ervaring bij jouw product zoals Heinz of Dove, maar je kunt het ook creatief en verrassend en verhalend aanpakken zoals ‘jouw huiskamer in de stad’ Anne & Max (annemax.nl) heeft gedaan waarbij Anne en Max zelf communiceren en het bedrijf en de uitingen zo een heel persoonlijk tintje geven.

  • Associatie story:

Het thema ontstaat hierbij door bedrijf of product te linken aan iets anders dat een vorm van herkenning geeft, een bepaald gevoel opwekt en waarmee men zich kan/wil identificeren, dan wel wat erg verrast. Dat kan erg breed zijn, zolang het maar opvalt en blijft hangen.

Je kunt met andere woorden ook een bepaalde associatie toevoegen aan je product of dienst, een emotie. Een associatie met bijvoorbeeld vrije tijd, vriendschap, eten, sport, vakantie, liefde, genieten… Wanneer een uiting een emotie oproept wordt je boodschap eerder opgenomen en verspreid.

Kan ik je helpen hiermee? Neem hier contact op.